Mai Sariang, de laatste stop voor de grens naar Myanmar.

24 januari 2017 - Mae Sariang District, Thailand

We stapten in het rode local busje nadat de vriendelijke kleine hotelmevrouw ons persoonlijk naar het stoffige busstation bracht. Een versleten ding dat tot hier toe de tand des tijds had  doorstaan maar voor hoelang nog? Het was nog frisjes die morgen om niet te zeggen een beetje koud. Met enkele locals en een paar toeristen  begonnen we eraan, 3 uur voor de boeg. Richting Zuid. De natuur was ook al uitgeslapen, klaar om ons weer te bekoren met al zijn pracht en kracht. De eerste klim…bijna stil, precies onze brommer van gisteren, kreuchend sleurend  de helling op maar het brommend moteurke gaf het niet op. We geraakten boven. Naarmate we verder geraakten was het ding gerodeerd en kon het krelletje brommend en zoemend elke klim en dal aan. De koude wind rond onze oren blazend en over elke spleetweg rammelend ijzerwerk alsof het vehikel zo ging uiteenvallen en we op stoelen met wielen zouden verdergaan. Maar door wat we door de wat beslagen raampjes te zien kregen, konden we ons niet veel aantrekken van die ongemakken. Bij de pipistop zagen we dat  voor-en achterdeur permanent openstonden vastgesnoerd door een” snelbinder” ( zoals bij onze jeugdfietsen). Het zonneke deed ondertussen zijn ook job.

Bij aankomst  onze rugzakken op de rug ieder achter op een brommer” gesprongen”( gekropen) ,hop naar het hotel. Een goede evenwichtsoefening met 17 kg op je rug! We hadden voor die ene nacht niet teveel verwacht maar tot de laatste snik stonden we verbaasd van de nette en mooie kamer, kleine detailkes maakten het wel alsook de vriendelijkheid van de dames die ons ontvingen.

Mai Sariang was een stoffig slapend “one road” stadje. Wandelingetje , regelen van vervoer en beetje eten, en een gerekt namiddagdutje, vulden onze tijd.

Volgende dag: naar de grens: Mae Sot: , met de Red Car die wel rood was maar helemaal geen Car  maar wat ze  een Sangthew noemen: grote open TU-TUK met afdak , een man of 12 verdeeld  aan beide zijden op de banken, rug naar buitenkant,  bijna zoveel kunnen nog eens kan aanhangen. We startten met ons tweetjes en gestapelde bagage voor 232 km in een nog niet geëxperimenteerd voertuig . Een uur vroeger dan voorzien. Onderweg stapt er een jong meisje op, wat verder een man, sjoviale gast maar wiens tetter niet heeft stilgestaan waardoor het  verlegen meiske zich niet op haar gemak voelde.

Er was nog steeds geen eind gekomen aan het klimmen en dalen geëscorteerd  door moeder natuur die ons gans de weg in de ban hield, weer gans anders, overweldigends, we werden er letterlijk in opgeslokt gelijk Jonas in zijn Walvis….het was een hop on, hop af “buske” voor een paar baths  reed je naar het volgende dorp. Leuk met die locale bevolking die je willens nietes moest gadeslaan want we zaten met de gezichten naar mekaar.

We vonden wel dat tussen al dat moois, het maar aan de trage kant verliep. Het ronde goedlachse  chauffeurke kende blijkbaar heel wat volk onderweg. Opeens, een stop,  uit een andere red car die ons voorbij gestoken was, zie ik de Oostenrijkse reisgenote die met ons het latere voertuig zou nemen!!! Ingehaald, neen maar !!!!

Van  twee  nu een gemaakt en we stevende nu gezwind naar the border…

Myanmar we komen eraan!

Gepakt, gezakt en te voet de Thaise controle poort door, de “Friendships”-brug over, Myanmarpoort in zicht. Het was warm in dat hokje waar we pas moesten afgeven en papersassen invullen. We waren niet de enige backpakkers, allemaal in dat hokje, voor de Birmaanse ambtenaar een verwarde situatie. Maar we waren er snel van af. Hokje uit, poort door en daar efkes slikken, cultuur en ander schokske, dit was Myanmar! De stoffige chaos van mens en luidruchtig verkeer in de stad Myawaddy, we werden er letterlijk ingesmeten. Eerst centen: bank vrij snel gevonden, het zweet in beken van onze ruggen. Tuk Tuk: brommer met kar ervoor. Rugzakken erin gesmeten en wij erbij gekropen naar het Shwe Poe hotel. En weer na druk onderhandelen, wijzen in alle richtingen, zijn we er tenslotte toch geraakt. Was dat een OEF! We hadden een bed om te slapen, een douche om ons te wassen en een wc met een trapje ervoor. Voor 1 nacht volstond dat wel. Bus gaan bestellen voor volgende dag: te voet terug de stad in, beetje eten, viel al goed mee, terug en beddeke in.

We werden opgepikt om 8u 30 aan het hotel door de busmadam zelf . Een grote rode vrij nieuwe bus met “vliegtuig-organisatie”. We namen plaats in onze genummerde zetels, ( echte) fasten seatbels en daar gingen we op weg naar Hpa An.  

Foto’s

2 Reacties

  1. Nelly.:
    28 januari 2017
    hallo dat gesleur met die rugzakken is wel vermoeiend , maar dat bus vervoer is wel mooi en de foto's zijn ook altijd interessant hé , en nu verder naar het volgende verhaal groetjes Nelly en Tonny .
  2. Maria en Eddy:
    29 januari 2017
    Hoi Gerd en Rene,
    Wat een schoonheid daar! Mooie verslagen, prachtige foto's.Wij genieten van jullie belevenissen. Ik noteer de plaatsnamen en dan maar googelen.
    Petje af voor wat jullie aandurven, en dan met zo een gewicht op de rug en vooraan. We kijken al uit naar je volgende verslag. Geniet er nog van.
    Groetjes en dikke knuffel van Maria en Eddy