Inle meer, een volkje appart

14 februari 2017 - Inle Lake, Myanmar

Inle meer                  14 februari   

Het Inthavolk  “de zonen van het meer” leeft letterlijk op het immens grote meer, leven van visvangst en landbouw. Heel ingenieus:  het waterkroos en andere watergewassen hebben in stukken gesneden gelijk een taart, ze volgegooid met aarde en de wortels vastgemaakt aan de waterplanten. Daarop kweken ze een grote variëteit aan groenten. De bekende drijvende tuintjes. Kwestie van tomaten voorzien ze gans Birma. Velen leven in paalhuizen, hele dorpjes, Zeer kleurrijke taferelen, verplaatsen gaat met de houten prauw en roeispaan of met gemotoriseerde longtail boot,  aangemeerd aan de woning. Alles draait om het meer en daarvoor gingen ook wij die richting uit.

Van de beach gepasseerd via Yangon, volgende dag de ochtend bus, vol, dan maar de nachtbus. Een Bijna 2 uur durende zenuwvretende  taxirit (35 km!) tot bij het busstation, vertrek om 19u voor nachtelijke rit van 10 u naar Neaungschwe bij het  Inle meer. Net op tij!!! Superaccomodatie die “BOSS”-bus, brede achteruitklinkende kuipzetels, een dekentje, brikje fruitsap en enkele cakejes . Een vriendelijke hostess in kleurige, eenvoudige klederdracht kondigde met zachte stem ons vertrek aan. Waar wij niks van verstonden, geen erg, Birmanen zijn heel hulpvaardig als het erop aan komt. We reden de nieuwe High way 8 op, verbindt nu Zuid-Noord zodat je in enkele uren ter plaatse bent. Enkele jaren geleden een hele onderneming, enkel uiteenrammelend localbussje over hobbelige vernielde wegen en dan kocht je maar een duur vliegtuigticket. De” snelweg” bestaat uit een opgaande betonnen strook en 1 voor het terugkomende verkeer. Helemaal handmade! Daartussen een brede strook wild gras. Al bij al een verbetering. Toch wat gedommeld en om 6 u werden we aan het hotel gedropt, op de deuren geklopt ( vroege aankomst was aangekondigd). Incheckformaliteiten, naar ons beddeke en nog deugddoend geslapen tot het ontbijt. Op verkenning, het oriëntatiemoment is altijd het moeilijkste… een drukte van je welste, veel toeristen, veel lokalen, veel verkeer: brommers, fietsen, bussen, tractors met 2 takt motors zonder kap, getuut en getoeter want dat staat zeker in hun wegcode. Vel stoffige straatjes met open winkeltjes, travel bureaukes ( tafel en stoel en ook ene voor u), hotels ( ze rijzen de pan uit) en restaurantjes, keuze genoeg. We legden een boot vast om de volgende dag op het Inle meer rond te dratsen en hebben in ons Teak Wood hotelletje de gemiste slaap gaan ingehaald

Onze bootsman in longhi,  stond ons voor de poort op te wachten, 9u30. Hij was 18, had een vrouw van 23 en een zoontje van 2, en hoe oud dat wij waren en vanwaar we kwamen. Dat alles binnen de twee minuten. Kennismaken is belangrijk. Hij noemt ToTo, Rene is rene en ik ben altijd Myriam op reis. Gemakkelijker uit te spreken.

Onze boot met 2 houten stoelen, kussen en dekentje, klaar voor de vaart. Al stond er mist gelijk erwtensoep. Om 10 u is het allemaal weg volgens To To. Gelukkig wij onze flies en regenjas mee, dekentje over de kniekes, de vaargeul uit naar het brede blinkende Inle. Fier, recht aan zijn helmstok deed bootsman ons over het water glijden en liet zijn bosmaaier een spetterend gordijn achter onze boot schitteren in de doorbrekende zon. Vissers in hun kleine prauws lieten rustig hun netten zakken en roeiden met hun speciale been techniek verder: Staan op het puntje van hun boot, draaien hun voet en been gedeeltelijk rond de roeispaan om verder te roeien, zo hebben ze beide handen vrij om te vissen. Hun grote conische fuiken decoratief achter op de schuit. Een feeëriek  schouwspel over de gladde waterspiegel. Naarmate de mist optrok zag je ook de omringende bergen opduiken, prachtig. We waren niet alleen, toeristenboten genoeg, teveel om goed te zijn voor het behoud van het meer. We voeren door een “fisherman village”: paalwoningen waar het leven zich gewoon afspeelt, de was, de plas, afwas, schoolgaan met de boot, naar de akkers varen, met de oogst terug. Vele boten die ons kruisten met kleurrijke lokale mensen, steeds lachend en zwaaiend.

Een zilversmidatelier ( oorbellen gekocht), weverij waar oa met lotusvezels werd gewoven op Daensistische toestanden( sjaaltje mee), sigaren factory moest niet van ons en de  floating gardens waren niet meer de moeite, de tomaten waren op. Maar aan onze vraag werd voldaan, het Intein klooster werd bezocht en dat vroeg wel even een omweg. En dat was die zeker waard. Even stappen door het bos langs de waterkant, dorpje door: een hoop gouden en witte smalle, sierlijke pagoda’s bij elkaar. Je wist niet waar eerst kijken, alle hoeken gaven een ander aanzicht. Naarmate je zijdelings afweek aan de buitenkant doken eeuwenoude halfvergane stenen  stoeparesten op. De aarde kleuren getaand en doorlopen door de tijd zorgden voor geschakeerde taferelen!

Voldaan terug naar de boot. ToTo speelde met zijn maten soort 3-band met schijven. Efkes wachten tot hij klaar was en verder naar het houten klooster met de springende katten. Monikken leerden de katten door een hoepel springen( heb ik ooit gezien)  in ruil voor een centje. Dit kattenbeeld is niet meer in voegen.

Het werd tijd om terug te varen. Er werd een tandje bijgezet, wind in de haren en opzwepend kristalwater achter ons. Alle boten zetten koers naar huis. We genoten van het twinkelende water door de stilaan ondergaande zon. We bedankten ToTo voor de leuke dag en de goede vaart en stapten de aanleg stijger op die volliep met kleurige aanmerende longtails. Een mooie dag!

Fietsdag: vermits je als buitenlander ook daar niet mag brommeren, huurden we een fiets, zo ene met een mandeke vooraan en verzetten die het lieten afweten. Doel 1: een wijngaard met “franse druivensoorten” doel 2: een paalwoningendorp dat we volgens het boekske niet mochten laten liggen.

Wijle weg, trappen is nooit mijnen beste kant geweest maar het was een goede fiets. Na een tijdje nog geen wegwijzer naar de wijnboer en we waren toch al efkes onderweg. Afslag gemist volgends de Franse toerist. Terug, afslag in en zie we fietsen door een prachtige omgeving, veel landbouw, vooral suikerriet, afgehakte oogst reed voorbij op 2-takt karren of 2 takt ossenkarren…strooien punthoedjes in de velden ijverig aan het wieden of hakken…de ganse rit was eenvoudig mooi. De wijnboerafslag: we besloten als Provençalen nu toch niet aan wijnproeverij te gaan doen om dan van onze fiets te vallen in die warmte! Hop naar het paaldorp dat nog wel enkele kilometers verder lag. Geen moeite voor niks: “Scenic vieuws” zouden ze in het Engels zeggen: een lange houten deels overdekte brug langs de vaargeul waar op en af voortduren al dan niet gemotoriseerd verkeer voorbijkwam. De reeds beschreven taferelen van de bewoners en hun gezin zagen we ook hier weer, alles erg gemoedelijk ook naar ons buitenlanders toe. Wij zijn evenzeer een attractie voor hen als zij voor ons. We worden meermaals gevraagd tijdens onze reis om met hen te poseren voor een foto. Doet raar aan maar is leuk.

En ja, weer was de dag zo goed als om en we moeten voor de donker thuis zijn. We genoten evenzeer van de terugrit en wisten dat het morgen “busdag” was en dit weer even afscheid nemen van een prachtig volk en een prachtige streek.

Foto’s

3 Reacties

  1. José en leo:
    24 februari 2017
    Weer een prachtig verhaal met super mooie foto's

    Leo en José
  2. Marijke Degrauwe:
    24 februari 2017
    Zo n mooi verhaal, dicht bij " het volkje ". Dat fascineert mij altijd, deze mensen, zo ver weg voor mij en toch de verbondenheid, die ik voel. Het kleine meisje met haar staartjes, net als hier, zo universeel. Wat een leven, zo anders en voor hen toch ook goed , zoals het is. Dan die boeddhistische monnikjes, aardig op weg om in de voetsporen van de Dalai Lama te lopen :)..maar het is echt wel menens. Toch alvast mijn respect. Buitengewone foto s, heel aparte sfeer soms..Ik hou ervan ! Liefs, Marijke
  3. Nelly.:
    25 februari 2017
    Het is weer zo'n mooi en prachtig verhaal en dat simpel vervoer en die
    simpele bootjes en die bruggen , en de was:: dat die mensen nog doen laat veel te wensen over ,hoed af voor die mensen ze doen het toch maar , en eindelijk hebben wij gerdje eens zien fietsen dat ging zeker nog niet zo goed en voor de rest alles oké en nog aan jullie de groetjes van Tonny en Nelly .